Translate Milfy!

donderdag 27 februari 2014

Taalwetenschap: alfa of beta?

De taalschetenwap wordt door velen als een alfawetenschap gezien, want taal. Maar toen ik ooit op de open dag van de opleiding ging kijken, werd me verteld dat het eigenlijk de beta onder de alfawetenschappen is. Hoe zit dat? Is het wel waar? En is dat eigenlijk belangrijk?


Je kunt wetenschappen op verschillende manieren indelen (geestes-, rechten, mens, natuur-, exact, etc.) maar de meest basale is in de eerste drie letters van het Griekse alfabet: alfa, beta, en gamma. Grof gezegd is alles met cultuur (taal&kunst) alfa, alles met getallen beta, en alles met mensen gamma. Met zo’n kort-door-de-bocht uitlegje zie je natuurlijk meteen dat het geen sluitende verdeling is: ook sociale wetenschappen doen dingen met getallen (zie statistiek), ook natuurwetenschappen gaan over mensen (zie biologie), en cultuur, dus dat zou je in z’n geheel tot de gamma kunnen rekenen (oh rekenen, beta). 

Hoe imperfect deze grove verdeling ook lijkt, ze is wel een realiteit, want universiteiten worden ernaar ingericht. Neem de UvA; de beta-studenten fietsen zich het leplazarus naar het Science Park in Oost, de gamma’s zitten lekker centraal vlakbij de hoeren, en de talenstudies zitten samen met taalwetenschap in prachtige oude gebouwen in een ander stukje van het Amsterdamse centrum. Idem in Leiden: geesteswetenschappen in de stad, beta's erbuiten.

Niet alleen geografisch, maar ook qua identiteit is de wetenschappelijke drie-eenheid een feit. Mensen voelen zich vaak alfa, beta of gamma en ontlenen daar eigenschappen en vooroordelen aan. Je bent een alfa en dan zul je wel slecht zijn met getallen. Of je bent een gamma en dan word je later politicus, want dat zit in je natuur (oh natuur, beta). Taalwetenschap is een vreemde eend in deze driedelige bijt. Het heeft verschillende subgebieden, die eigenlijk bij verschillende takken horen:

- Alfa = taalkunde, grammatica van specifieke talen bestuderen, typologie, corpusanalyse, antropologie/veldwerk

- Beta = psycholinguistiek / neurolinguistiek, computerlinguistiek, kwantitatieve typologie, theoretische taalwetenschap, taalpathologie

- Gamma = psycholinguistiek, sociolinguistiek, taalbeleid/taalpolitiek

Poeh, dat viel nog niet mee, dat lijstje – voor een andere verdeling is ook veel te zeggen (bijvoorbeeld in de comments, als u zin heeft). Volgens mij blijkt in ieder geval dat veel onderdelen onder de beta-kant vallen, in ieder geval meer dan je als naieve middelbare scholiere zou denken. 

Maar waarom is dit een belangrijke kwestie? Dat heeft denk ik met geld en status te maken. Beta heeft meer status dan alfa: men denkt bijvoorbeeld dat  beta het moeilijkst is en alfa het makkelijkst – mijns inziens ten onrechte, maargoed, de algemene opinie blijft dat alfa “soft” is, en niet echt met “bewijs” komt, en dat je er dus niks aan hebt. Ik weet nog hoe mijn conrector vroeg, toen hij hoorde dat ik taalwetenschap ging studeren: "Waarom nou zo’n softe studie? Waarom niet iets concreters, je bent toch goed in wiskunde?" Het is beyond the scope van dit stukje om die discussie uit te diepen, maar ik ben het er niet mee eens.

Milfjes inziens hangen veel taalwetenschappers dat idee van de complexe en concrete beta versus de softe en onwetenschappelijke alfa’s ook aan. Je bent tegenwoordig bijvoorbeeld wel cooler als je iets met big data doet, of met experimenten. Ik vermoed dat mede daarom op die open dag de beta-kant van de taalwetenschap benadrukt werd: wij zijn cool want beta. Begin hier maar niet aan als je alfa bent, dan kun je beter literatuurwetenschap gaan doen. Volgens mij werkt dat averechts: beter dan mensen bang maken voor beta, kun je laten zien dat beta heel leuk is en heel lekker samengaat met alfa en gamma, als het verschil überhaupt al te maken valt. Ga bijvoorbeeld eens een fijn onderzoek doen naar het voorkomen van ‘beter als’ in teksten uit de 19e eeuw – dan doe je geschiedenis, sociologie, statistiek, taalkunde, en theoretische taalwetenschap allemaal tegelijk! Slimmerd!

En dat soort multidisciplinaire toestanden kunnen verschillende kanten op goed werken: vaak worden doorbraken in velden bereikt door technieken uit andere velden toe te passen. Een interessant voorbeeld is phylogenetische aanpak, een techniek die zowel wordt gebruikt om manuscripten met elkaar in verband te brengen als om evolutionaire relaties tussen diersoorten weer te geven. En onlangs is het zelfs gebruikt om verschillende varianten van Roodkapje met elkaar in verband te brengen (hoewel ik het met die methodologie niet eens ben, maar soit, da's een ander verhaal).

Uiteindelijk liggen veel van de wetenschappen dichter tegen elkaar dan men soms denkt, en kunnen we van elkaar leren. Dus taalschetenwappers, ga eens met een wiskundige praten; historica neem een natuurkundige ter dans, bouwkundige, sla een IO/IB'er aan de haak!

10 opmerkingen:

  1. Rens Bod's boek "De Vergeten Wetenschappen" is een boek dat ook over deze kwestie gaat — en dat laat zien hoe futiel het is om scheidingsmuren op te trekken tussen alfa/beta/gamma, hard vs. zacht, of natuur vs. cultuur.

    De scheiding leidt ook af van één van de doelen van wetenschap, namelijk het bereiken van "consilience" in verklaringen. De meeste van de fenomenen die we bestuderen kunnen niet uitsluitend verklaard worden in termen van gedrag OF cultuur OF natuur — ze hebben facetten die aan al die gebieden raken.

    Wat betreft je indeling: die is natuurlijk hopeloos, bijna alle gebieden die je noemt kunnen ook anders gecategoriseerd worden. Theoretische taalwetenschap draait bijvoorbeeld vaak niet om getallen maar om intuities (alfa?) of juist gedrag in de vorm van grammaticale oordelen (gamma? beta als het kwantitatief wordt gedaan?). Veldwerk is een kameleon waarmee je taalsystemen in kaart brengt (alfa?) of gedrag bestudeert (gamma?) of juist kwantificeerbare data verzamelt en experimenten doet (beta?) en meestal alledrie. Enzovoort. Dat onderstreept weer het punt dat bijna elk gebied van de taalwetenschap raakvlakken heeft met a/b/g, een diversiteit die misschien wel beter uitgedrukt wordt met de term "language sciences" dan met "linguistics".

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, Rens Bod, goed dat je die noemt. Die pleit ook voor een opwaardering van de alfa-wetenschapen (wat dat ook moge zijn).

      Inderdaad hopeloos, die verdeling! Ik vermoed dat dat niet alleen voor de taalwetenschappen opgaat, maar voor meer gebieden.

      Verwijderen
  2. Ik ben zelf aan het afstuderen op beta-gebied. Ik heb geen taalkundige opleiding gehad (bachelor Kunstmatige Intelligentie, master Communicatie- en Informatiewetenschappen), maar taal is wel iets waar altijd al mijn hart naar uitging. Ik analyseer telefoongesprekken van callcentra voor een bedrijfje dat op basis van de door een spraakherkenner herkende woorden in een telefoongesprek de meest interessante gesprekken voor een directeur eruit kan halen, zonder dat hij die zelf hoeft te luisteren. Zelf ben ik bezig met de klanken (dus niet de woorden) uit de gesprekken: emotiedetectie. En hoewel alles dus te relateren valt aan gamma-zaken (je peilt de beller/gebelde (hangt af van het type callcenter)), is het vooral bèta.
    Mijn 'baas' cq. voormalig stagegever en ik noemen het taaltechnologie. Die zie ik niet in het lijstje staan, maar computerlinguistiek is volgens mij precies hetzelfde.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ik denk dat het hele plaatje verandert als je IT in de beschouwing brengt. De eerste vraag is: waar valt IT eigenlijk onder? Niet zonder meer Beta.
    Vervolgens: dankzij taalwetenschap kun je vertaal computers ontwikkelen. Maar dat is even gaaf en sexy! Dat moet wel beta zijn.
    Hoewel, beta, sexy - ken je die ingenieursmoppen?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Misschien wel interessant om hierbij te vermelden: die hele alfa-beta-gamma-indeling bestaat alleen in Nederland en Vlaanderen (Gamma zelfs alleen in Nederland). Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Alfawetenschappen
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Betawetenschappen
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Gammawetenschappen
    ... en check de links naar Wikipedia-pagina's in andere talen.

    Wilfred

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Alfa is de grootste, de sterkte; zie Alfa-man. Bèta is tweederangs, minder imposant. Kijk maar bij de beschrijvingen van primaten in de dierentuin. En in de US kijken ze je vreemd aan als je zegt een Bèta studie te volgen. Waarom doe je niet iets echt uitdagends....

      Verwijderen
  5. Taalwetenschappers hebben alfa, beta *en* gamma, *en* de rest van het Griekse alfabet, *en* alle andere alfabetten ter wereld! Pah!

    En Wilfred, je hebt gelijk dat de alfa-beta(-gamma) indeling alleen in Nederland bestaat, maar hier in Engeland is er het onderscheid tussen "science" (wat gereserveerd wordt voor de beta-wetenschappen) en whatever it is that we do. Een wetenschapper kan taalkundige zijn, maar een scientist heeft echt een witte jas nodig.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. In Vlaanderen is de indeling exacte (bèta en sommige gamma) vs humane (alfa, gamma) wetenschappen gebruikelijk. Bèta-wetenschappen worden ook 'positieve' wetenschappen genoemd. Ik herinner me nog het begin van de speech van de nieuwe rector (ingenier, dus heel erg bèta) bij mijn afstuderen (Germaanse talen, dus duidelijk humane wetenschappen). Hij wist duidelijk niks te vertellen over humane wetenschappen, en begon met 'Het is niet omdat dit humane wetenschappen wordt genoemd, dat de andere wetenschappen inhumaan zouden zijn', om vervolgens de rest van zijn toespraak aan die 'inhumane' wetenschappen op te hangen. Ik dacht toen spontaan: 'het is niet omdat bepaalde wetenschappen 'positief' worden genoemd, dat de mijne negatief zouden zijn.' ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  7. alsof jullie er om vroegen: Hugo Brandt Corstius overleden. Taalwetenschapper. En Wiskukndige!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Weet een van jullie of een meertalige opvoeding invloed heeft op alfa, bèta of op gamma? Ik ben bezig met een onderzoek

    BeantwoordenVerwijderen